
46
Electrolux 818 18 63-04/7
Als de kast niet naar behoren functioneert
Als de kast niet naar behoren functioneert, is het vaak mogelijk om dit zelf te verhelpen. Lees onderstaande
aanwijzingen aandachtig door om onnodige onderhoudsbeurten te voorkomen.
Probleem Mogelijke oorzaak / Oplossing
Het is te warm in de koelkast. Stel een lagere temperatuur in.
Leg de voedingsmiddelen op de juiste plaats in de koelkast. Zie
het hoofdstuk “Temperaturen in de koelkast“.
Verdeel de voedingsmiddelen gelijkmatig, zodat de koude lucht
om de producten kan circuleren.
Controleer of de deur goed gesloten is en of de isolatiestrip
schoon en heel is.
De temperatuur in de ruimte waarin de kast is geplaatst is
hoger dan de normale kamertemperatuur.
Het is te koud in de koelkast. Stel een hogere temperatuur in.
Groenten en andere levensmiddelen die gemakkelijk invriezen,
zijn op een “te koude“ plek gelegd. Zie het hoofdstuk
“Temperaturen in de koelkast“.
Er ligt water op de koelplaat in de
koelkast.
Dit is normaal. Het ijs ontdooit tijdens het automatisch
ontdooien op de koelplaat.
Er loopt water in de koelkast. Reinig de waterafvoer en het afvoergat in de koelkast met
behulp van wattenstaafjes of een flessenborstel.
Er kunnen levensmiddelen zodanig zijn neergelegd, dat er
water in de afvoer loopt.
Er ligt water op de vloer . Hang de afvoerslang aan de achterkant van de koelkast boven
de opvangbak. Zie het hoofdstuk “Alvorens de koelkast in
gebruik te nemen“.
De compressor is continu in bedrijf. Stel een hogere temperatuur in.
Verdeel de voedingsmiddelen gelijkmatig, zodat de koude lucht
om de producten kan circuleren.
Controleer of de deur goed gesloten is en of de isolatiestrip
schoon en heel is.
De temperatuur in de ruimte waarin de kast is geplaatst is
hoger dan de normale kamertemperatuur.
De kast werkt niet. Er wordt niet gekoeld
of de kastlamp brandt niet. Ook de
indicators branden niet.
De kast is niet ingeschakeld.
Er is geen stroomtoevoer naar de kast. (Sluit als test een ander
elektrisch apparaat op het stopcontact aan.)
De zekering is doorgebrand.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
De kast produceert te veel geluid. Het koelsysteem produceert altijd wat bijgeluiden. Er is een
stromend geluid hoorbaar wanneer de koelvloeistof door het
koelsysteem wordt gepompt. Er is een klikgeluid van de
thermostaat hoorbaar wanneer de compressor wordt in-- of
uitgeschakeld. De geluidssterkte hangt af van de bedrijfsstatus
vandekast.
Als u denkt dat de geluidssterkte niet goed is:
Verbuig de leidingen aan de achterzijde van de kast
voorzichtig, zodat ze niet met elkaar in aanraking komen.
Als de afstandskussens (tussen de kastwand en de leidingen)
losraken, zet u ze weer vast.
Voer de aanwijzingen van hoofdstuk “De kast Installeren“
zorgvuldig uit.
Kommentare zu diesen Handbüchern