
51
NEDERLAND
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de
elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik
van de machineslangen en het aansluitsnoer
bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u
uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of
het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door
middel van het in- of uitdraaien van de
verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt
staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht
vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine
op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat:
ook dat is zeer belangrijk. Draai, na het
waterpas stellen, de contramoeren van alle vier
de voetjes stevig tegen de machinebodem.
Gebruik hiervoor een schroevendraaier.
Watertoevoer
Draai de wartel van de toevoerslang stevig op
de
3
/
4
" schroefdraad van de kraan.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden.
Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan
niet laten verplaatsen, koop dan een langere,
complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit
doel gemaakt is.
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is met een «waterstop-
systeem» uitgerust. Zou, door natuurlijke
veroudering, de binnenslang lek raken, dan
blokkeert het systeem de watertoevoer.
Het optreden van deze storing kunt u zien aan
een rode sektor in het venstertje «A».
Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n
geheel tegen een nieuwe.
P0021
P0351
P0254
P0509
A
P0352
Kommentare zu diesen Handbüchern