
3.2 Bedieningsknop
Sym-
bool
-functie
Toekenning van de bedie-
ningsknop
0
Uit-stand
Sym-
bool
-functie
1 - 6
Verwarmingsstanden
3.3 Restwarmte
WAARSCHUWING!
Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 De kookstand
Draai de knop naar de juiste kookstand
om de kookstand in te stellen of te
wijzigen. Om uit te schakelen, draai de
knop naar stand uit.
5. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Algemene informatie
• Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
• Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het oppervlak
van de kookplaat.
5.2 De kookplaat schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende
gerechten. Anders kan het vuil de
kookplaat beschadigen. Plaats de
speciale schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het blad
over het oppervlak te schuiven.
• Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende verkleuringen.
Reinig de kookplaat met een vochtige
doek en een beetje afwasmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af met
een zachte doek.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
NEDERLANDS
7
Kommentare zu diesen Handbüchern