
15
• Verplaats de horizontale spleet niet
handmatig. Gebruik hiervoor altijd de
zwenktoets. Het handmatig verplaatsen
van de spleet kan leiden tot storingen
tijdens de werking. Stop de airconditioner
bij storingen en start de airconditioner
opnieuw.
• De open hoek van de horizontale spleet
moet niet te klein worden ingesteld
omdat de koel- of verwarmingsprestaties
belemmerd kunnen worden door een te
kleine luchtstroming.
• Gebruik de airconditioner niet met een
gesloten horizontale spleet.
• Als de airconditioner wordt aangesloten
op de stroom (eerste gebruik), dan kan
de horizontale spleet 10 seconden
een geluid maken, dit is normaal.
Noodbediening
Handbedieningstoets
Handbedieningstoets
Werkingstemperatuur
Optimalewerking
• Druk weer op de toets Handbediening om de
airconditioner uit te zetten.
De bedieningsmodus is te zien in de volgende tabel.
Het temperatuurbereik (buitentemperatuur) voor
het alleen koelen-model is 07ºC~43ºC en voor het
warmtepompmodel -7ºC~24ºC.
Als de airconditioner gebruikt wordt buiten de
bovenstaande omstandigheden, dan kunnen
bepaalde veiligheidsfuncties in werking treden en
kan deze unit abnormaal gaan werken.
Als de afstandsbediening is zoek geraakt of niet
meer werkt, gebruik dan de handschakelaar van de
binnenunit. De airconditioner zal dan in de stand
AUTO werken en de temperatuurinstelling of de
ventilatorsnelheid kunnen niet worden gewijzigd.
Voor optimale prestaties:
• De richting van de luchtstroom goed afstellen
zodat het niet op mensen is gericht.
• De temperatuur afstellen voor het hoogste
niveau van comfort. De unit niet afstellen op
hoge temperatuurniveaus.
• Deuren en ramen sluiten bij de werking van
de modus KOELEN of VERWARMEN, anders
zullen de prestaties niet optimaal zijn.
• Gebruik de toetsen Timer aan en Timer uit op
de afstandsbediening om de gewenste tijd te
selecteren voor opstarten en uitschakelen.
• Plaats geen voorwerpen dichtbij de luchtinlaat of
-uitlaat omdat de airconditioner dan slechter kan
werken of er helemaal mee kan stoppen.
• Maakdeluchtltersregelmatigschoonanders
kunnen de prestaties bij koelen en opwarmen
verminderen.
• Druk op de toets Handbediening om naar
de AUTO-stand over te schakelen. De
airconditioner selecteert de modus KOELEN,
VERWARMEN (alleen warmtepompmodel)
en VENTILEREN automatisch volgens de
kamertemperatuur om het beste comfort te
bereiken.
Stand Model Binnentemperatuur Functie
AUTO WARMTEPOMP 25°C
KOELEN/
VENTILEREN
AUTO WARMTEPOMP 20°C
VERWARMEN/
VENTILEREN
Werkingstemperatuurbereik
Binnenkant
DB/WB(°C)
Buitenkant
DB/WB(°C)
Maximaal koelen 32/23 43/26
Minimaal koelen 21/15 21/-
Maximaal verwarmen 27/- 24/18
Minimaal verwarmen 20/-
Kommentare zu diesen Handbüchern